In het Nederlands soms ook betiteld als 'spreiding', maar meestal wordt de Engelstalige term gebruikt.
- Het verschil tussen twee verwante grootheden, bijvoorbeeld:
- tussen de debetrente en de creditrente,
- tussen bied- en laatprijs van een aandeel (zie: bied-laatspread),
- tussen de prijs van kort- en langlopende obligatieleningen,
- tussen het rendement van verschillende soorten obligaties (yield spread).
Voorbeeld
'Nu de ECB vastberaden de inflatie te lijf gaat met hogere rentes, loopt het renteverschil tussen Italië en Duitsland op. .......De ‘spread’ is het verschil tussen de rente die Italië betaalt op staatsleningen, en de rente die Duitsland daarop betaalt. Het is een financiële stressindicator voor de eurozone: hoe hoger de spread, hoe hoger de nervositeit van beleggers over de houdbaarheid van de staatsschuld van kwetsbare eurolanden als Italië. De stress neemt toe. De Italiaanse spread (voor staatsobligaties met een looptijd van tien jaar) stond vlak voor de ECB-vergadering donderdagmiddag nog onder de 2 procentpunt. Direct na de vergadering liep het renteverschil op naar 2,15 procentpunt – en steeg daarna door, tot rond de 2,25 procentpunt vrijdag aan het einde van de middag.'
Bron: NRC - 10-06-2022.
Er wordt soms ook over 'marge' gesproken, zoals in het begrip rentemarge.
Voorbeeld
'Goedkopere derivaten door kerstfeest - ...Maar op andere dagen kunnen de koersuitslagen en dus de volatiliteit voor de meeste handelaren niet groot genoeg zijn. Niet alleen kopen beleggers dan meer opties, ook brengen de professionals een hogere premie in rekening. 'Als de angst groot is, zijn beleggers bereid een groter verschil tussen bied- en laatprijs te accepteren', zegt een handelaar die niet met zijn naam in de krant wil. Dat resulteert in een grotere spread en een hogere marge.'
Bron: FD.nl - 23-12-2009.
- Bij opties: het aanhouden van een long positie (gekochte optie[s]) in een of meer series tegenover een short optiepositie (geschreven optie[s]) in een of meer andere optieserie (alle opties hebben betrekking op dezelfde onderliggende waarde). Bijvoorbeeld een price spread of een time spread. Zie ook: optiestrategie.
- Bij futures: het kopen van een future met een zekere leverings- c.q. afloopmaand en het verkopen van een future met een andere leverings- c.q. afloopmaand (de futures hebben betrekking op dezelfde onderliggende waarde). Zie ook: intracommodity spread; time spread.
- Bij futures: het kopen van een future op een bepaalde onderliggende waarde en het verkopen van een future op een andere, echter nauw verwante onderliggende waarde (bijvoorbeeld een spread tussen T-notes en T-bonds, de zogenaamde 'NOB-spread').
Zie ook: stellage, quote, bied-laatspread, dunne markt, spread betting, optiestrategie, spread order, spread-positie, spread-risico, spread to worst, spread-transactie, rentemarge, credit spread, marge, markup, risico-opslag, rentecurve spread, yield spread, rente-ecart, NOB-spread, TED-spread, angstindicator, asset spread, liability spread, intramarket spread, old crop/new crop spread, intercommodity spread, intracommodity spread, crush spread, crack spread, spreadtion. Vergelijk: spreads.
Tip anderen
|