Ook: syndicaatslening.
Een - normaal gesproken grote - lening (obligatielening) die wordt verstrekt door een groep ('syndicaat') van banken aan één partij (debiteur). De banken vormen samen een kredietconsortium.
Doorgaans zal de zogenaamde 'lead bank', de syndicaatsleider, een beperkt percentage van de lening verstrekken en het restant over de andere syndicaatsleden verdelen.
Er is maar één leenovereenkomst, maar elk door de debiteur goedgekeurd syndicaatslid heeft een afzonderlijke aanspraak op de debiteur.
Voorbeeld
'Heijmans verlengt syndicaatslening - Heijmans heeft een principeakkoord bereikt met haar bankengroep, bestaande uit ABN AMRO, ING en Rabobank, over de verlenging en aanpassing van de syndicaatslening tot en met 31 december 2025. Dit meldde de bouwer vrijdag. Volgens Heijmans zijn de financieringsvoorwaarden "op diverse punten verbeterd en geactualiseerd." Hieraan zijn ook duurzaamheidsdoelstellingen gekoppeld. ......Volgens Heijmans zijn de financiële convenanten aangepast om beter aan te kunnen sluiten bij de huidige verslaggevingsstandaarden en de geldende systematiek in de bouwsector.'
Bron: Belegger.nl (ABM FN-Dow Jones) - 09-04-2021.
Engels: syndicated loan, club deal (ouderwets).
Zie ook: emissie, syndicaat, syndicering, consortium, kredietconsortium, leningsvoorwaarden, convenant, kredietconvenant. Vergelijk: club deal, clubdeals.
Tip anderen
|