Bij een obligatie-future (leveringscontract) volgens het cheapest-to-deliver (CTD) principe zal de prijs van de future nauw gecorreleerd zijn met die van de CTD-obligatie (de obligatie met de laagste theoretische futures-prijs en de hoogste financieringsrente). De werkelijke (markt-)prijs van de obligatie-future vermenigvuldigd met de conversie- of prijsfactor (PF)van de CTD-obligatie levert het futures cash equivalent op. Het futures cash equivalent minus de theoretische termijnprijs levert de mate van over- of onderwaardering, de netto basis.