Afgekort: CTD.
Bij de meeste obligatie-futures kan de partij met short positie bij levering kiezen uit een aantal obligaties, die via een systeem van conversiefactoren worden herleid tot de fictieve onderliggende waarde van het contract, de referentie-obligatie of notional bond', een meestal niet bestaande of hypothetische obligatie met een zekere (minimum en maximum) looptijd en een vastgestelde coupon. De verkoper van de future (short positie) zal uiteindelijk meestal de goedkoopst leverbare obligatie leveren, dat wil zeggen de obligatie met de laagste theoretische futures-prijs, de kleinste netto basis en dus met de hoogste impliciete rentevoet ('implied repo rate' of 'IRR'). Anders gezegd: de verkoper levert doorgaans de obligatie met het laagste rendement.
Zie ook: obligatie-future, notional bond, cash-and-carry arbitrage, implied repo rate, conversiefactor, exchange delivery settlement price, Bundfuture, BTP-future.
Tip anderen
|