Er bestaat correlatie (samenhang) tussen de beweging van twee grootheden indien veranderingen van de ene variabele (het ene gegeven) wordt veroorzaakt door veranderingen van een andere variabele; er is sprake van een oorzaak-gevolgrelatie; het gevolg wordt ook wel de afhankelijke variabele genoemd, de oorzaak de onafhankelijke variabele.
Het kan zo zijn dat meerdere onafhankelijke variabelen invloed hebben op één afhankelijke variabele; in dat geval wordt gesproken van een meervoudige correlatie. Is er één onafhankelijke variabele, dan spreken we over enkelvoudige correlatie. Als er geen enkele samenhang is spreekt men van nulcorrelatie; die komt echter vrijwel niet voor, wel zeer lichte samenhangen (bijna nulcorrelatie).
Het statistische concept van correlatie is cruciaal in de portefeuilletheorieën. Correlatie meet de statistische samenhang tussen stochastische variabelen (en normeert deze tot een waarde tussen de -1 en de 1). Bij een waarde tussen 0 en 1 spreekt men van een positieve correlatie (of positieve - of gelijkgerichte - samenhang), bij waarden tussen -1 en 0 is er negatieve correlatie (negatieve - of tegengestelde - samenhang).
Marktvariabelen met een hoge correlatie (dicht bij 1) bewegen doorgaans simultaan in dezelfde richting, zoals bijvoorbeeld de rente op Nederlands Staatspapier en de rente op Duits Staatspapier. Marktvariabelen die niet of nauwelijks met elkaar samen hangen, zoals bijvoorbeeld de koers van de Hang Seng index en de Nederlandse of Belgische aardappelprijzen, zullen een correlatie van ongeveer nul opleveren. Marktvariabelen die elkaar doorgaans negatief beïnvloeden (zoals vaak de hoogte van de rente en de aandelenprijzen) hebben zelfs een negatieve correlatie. Sterk negatieve correlaties (in de buurt van -1 dus) worden in de economie echter nauwelijks waargenomen.
Correlatie kan zichtbaar worden gemaakt met zogenaamde spreidingsdiagrammen, waarbij de simultane waarnemingen van 2 variabelen (bijvoorbeeld dagelijkse bewegingen van de AEX- en AMX-index) in een 2 dimensionaal vlak worden uitgezet. Correlatie hangt vaak sterk af van de data waarmee geschat wordt.
Voorbeeld
- 'Analisten van kredietbeoordelaar Standard & Poors (S&P’s) doken vorig jaar in de veronderstelde correlatie tussen macro-economische factoren zoals de rente en crypto’s. De onderzoekers vonden een behoorlijk sterke negatieve correlatie tussen de rentes en de waarde van crypto’s (-0,63), die in de pandemie nog eens verder toenam (naar -0,75). Ging de rente omlaag, dan nam de waarde van crypto’s toe en omgekeerd. Ook het verruimen of verkrappen van de geldhoeveelheid via de balansen van de centrale bank vertoonde een correlatie met de cryptokoersen, zij het minder eenduidig. De conclusie was dan ook: crypto-activa zijn niet vrijgesteld van het effect van macro-economische veranderingen, ook al worden de koersen meer gedreven door andere factoren, zoals technologie en marktsentiment.'
Bron: NRC -03-05-2024.
- 'Generaties beleggers zijn opgevoed met de gedachte dat je aandelen én obligaties in je beleggingsportefeuille moet hebben. Die twee zouden op de beurs immers doorgaans in tegengestelde richting bewegen. Volgens deze zogeheten theorie van de negatieve correlatie, die professionele beleggers zoals pensioenfondsen al decennia volgen, beschermen veilige obligaties je daardoor als de aandelenkoersen dalen. Op dat moment stijgt de koers van obligaties juist, en dat beperkt je verlies. Vandaar dat pensioenfondsen meestal beleggen volgens de 60-40-formule: zij steken 60 procent van het kapitaal dat ze beheren in aandelen en 40 procent in obligaties.'
Bron: NRC - 23-08-2022.
- 'De populaire neutrale mixfonds-portefeuille bestaande uit 50% aandelen en 50% obligaties (in de VS eerder 60/40) leek meermaals ten dode opgeschreven, maar wist zich toch steeds weer te handhaven. Nu obligatieprijzen ten gevolge van de oplopende inflatie dalen, komt een nieuwe test. ......De neutrale 50/50 portefeuille werkte de voorbije twee decennia voortreffelijk omwille van de negatieve correlatie tussen aandelen en obligaties; wanneer de een steeg, dan daalde de ander. Maar wat veel beleggers niet beseffen, is dat die correlatie verandert door de tijd heen. Veel beleggers waren toen nog niet actief, maar tijdens de jaren ‘70 en ‘80 tot midden jaren ‘90 was de correlatie tussen beide activaklassen positief, gemiddeld zo rond de 0.3. Terwijl sinds de beginjaren 2000, de correlatie gemiddeld -0.4 bedroeg tussen Amerikaanse large-cap aandelen en de 10-jarige staatsobligaties. Staan we op het punt om terug te gaan naar positieve correlatie? Met andere woorden: een situatie waarin wanneer de ene daalt, de andere ook daalt?'
Bron: Morningstar.be, column Thomas De Fauw - 03-05-2022.
Engels: correlation.
Zie ook: statistiek, correlatiecoëfficient, vlindereffect, tijdreeks, spreidingsdiagram, regressie, regressielijn, storingsterm, R-squared, Pearson-correlatie, correlatie-optie, benchmark, normportefeuille.
Tip anderen
|