De deeltijdval laat zien hoeveel een huishouden van de extra inkomsten inlevert als een in deeltijd werkende partner een dag meer gaat werken.
Met name mensen met een deeltijdbaan op minimumniveau (met een minimumloon) die meer gaan werken, krijgen te maken met het verschijnsel dat van elke extra bruto verdiende euro worden slechts een zeer klein bedrag overblijft. Niet alleen moet er wat meer belasting betaald gaan worden, ook raakt het huishouden waar men deel van uitmaakt bijvoorbeeld toeslagen kwijt (zoals huurtoeslag of zorgtoeslag). Ook de omvang van het kindgebonden budget kan door de extra verdiensten omlaag gaan.
Meer werken loont in dat geval dus heel weinig. Dit verschijnsel wordt ook wel de 'deeltijdval' genoemd.
In de praktijk treft dit verschijnsel vooral vrouwen. Veel vrouwen in Nederland gaan na de komst van kinderen parttime ('in deeltijd') werken. Dit met het idee dat ze betaald werk en de zorg en opvoeding op die manier makkelijker kunnen combineren. Nederland is in de EU koploper deeltijdwerk. Gemiddeld werken vrouwen 28 uur per week tegenover 39 uur door mannen (bron: Emancipatiemonitor 2018).
Zie ook: financiële vallen, deeltijdbaan, minimumloon, koopkracht, economisch zelfstandig, lastendruk, belastingdruk, collectieve lastendruk, onderkant van de arbeidsmarkt, deeltijdklem, kindboete, armoedeval. Vergelijk: deeltijdklem, herintredersval, doorgroeival, armoedeval.
Tip anderen
|