Onderdanen van een lidstaat van de Europese Unie mogen naar elke andere lidstaat reizen en hoeven voor een verblijf van minder dan drie maanden alleen in het bezit te zijn van een geldig identiteitsbewijs.
Werknemers, zelfstandigen zonder personeel (zzp-ers), studenten of gepensioneerden mogen langer blijven, en hun gezinnen ook, als zij tenminste kunnen aantonen over voldoende bestaansmiddelen te beschikken en als zij over een ziektekostenverzekeringen beschikken (zodat zij geen beroep hoeven te doen op de sociale voorzieningen van het gastland).
Een EU-burger die gedurende vijf jaar onafgebroken wettig in een andere lidstaat heeft gewoond, krijgt aldaar een permanent verblijfsrecht.
Vrij verkeer omvat in principe ook de afschaffing van personencontroles aan de binnengrenzen van de EU.
Zie ook: Europese Unie, interne markt, gemeenschappelijke markt, handelsblok. Vergelijk: vrij verkeer van werknemers, douane-unie.
Tip anderen
|