Term uit de gedragseconomie. Het verschijnsel dat mensen veel sterker reageren op een verlies dan op een winst van dezelfde omvang. Mensen vinden verlies zelfs zo vervelend, dat verlies ongeveer twee keer meer pijn doet dan dat winst genot oplevert. Het verliezen van €100 levert dus evenveel pijn op als de winst van €200 genot oplevert. Mensen blijken daarom pas bereid om een risico op het verlies van €50 te lopen als daar een potentiële winst van €100 tegenover staat.
Dit leidt bij beleggers vaak tot een neiging tot risicobescherming. Ook kan het zich uiten in het overmatig en angstig volgen van beurskoersen.
In de context van beleggen is verliesaversie vooral ook bekend vanwege het zogenaamde 'disposition effect': de neiging van mensen om winstgevende aandelen snel te verkopen en verlieslatende (vaak te) lang in de portefeuille te houden, in de hoop het verlies nog goed te maken.
Voorbeeld
'De pijn die we voelen als we €1000 verliezen is ongeveer dubbel zo groot als het plezier dat we beleven bij het winnen van €1000. Het gevolg is dat we ons anders gedragen bij winst dan bij verlies. Als we uitzicht hebben op winst, mijden we risico. Als we uitzicht hebben op verlies, zoeken we risico. Tversky [Amos Tversky, gedragswetenschapper, red.] zei daarover: ‘De meest dominante emotie op de beurs is spijt. Een mens wil niet zozeer zijn nut maximaliseren, hij wil bovenal toekomstige spijt minimaliseren.’
Bron: FD - 27-03-2024.
Engels: loss aversion
Zie ook: gedragseconomie, disposition effect, myopic loss aversion, cut your losses and let your profits run. Vergelijk: risico-aversie.
Tip anderen
|