Informeel voor verbrassen, verkwisten, opmaken (van overheidsgelden).
Term die in het begin van de jaren tachtig van de vorige eeuw gelanceerd door Onno Ruding, voormalig bankier, politicus en minister van Financiën in de kabinetten Lubbers I en II.
Voorbeeld
'Oppositiepartij CDA vindt dat de cijfers vooral laten zien hoe onzeker het komende half jaar wordt. Volgens partijleider Buma is er alle reden voor behoedzaamheid en moet het begrotingstekort niet verder omhoog. "We moeten geen geld gaan verjubelen." Hij wil dat de overheid minder uitgeeft en dat de belastingen omlaag gaan.'
Bron: NOS.nl - 14-08-2014.
Zie ook: potverteren, met geld smijten, over de balk gooien, op de pof, op grote voet leven, verbranden, zondegeld, big spender, begrotingstekort, staatsschuld, populisme. Vergelijk: terugploegen, jubelton, op de kleintjes letten, Girl Math.
Tip anderen
|