Ook: valsmunterij. Het zelf vervaardigen en in omloop brengen van (oorspronkelijk alleen) munten en/of bankbiljetten.
Vanzelfsprekend gaat het hier om een misdrijf: de productie van betaalmiddelen is voorbehouden aan de overheid of de centrale bank van een land.
Voorbeeld
'Het aantal valse biljetten in Nederland is in het eerste halfjaar van 2015 toegenomen. De afgelopen zes maanden zijn 37.000 valse eurobiljetten onderschept, tegen 25.000 valse eurobiljetten die in de tweede helft van vorig jaar uit de roulatie werden gehaald. Het risico op het ontvangen van een vals biljet blijft laag. (.....) De coupures die zowel in Nederland als in de andere Europese landen het meest vervalst worden, zijn de €20 en €50. (.....) De strijd tegen valse eurobiljetten gaat door. Op 25 november 2015 komt het nieuwe biljet van €20. Na de €5 en €10 is dit het derde biljet van de Europa-serie dat het Eurosysteem invoert met vernieuwde en verbeterde echtheidskenmerken.'
Bron: DNB - 17-07-2015.
Engels: counterfeiting.
Zie ook: vals geld, nepmunt, nepgeld, vervalsing. Vergelijk: fout geld.
Tip anderen
|