Ook: kost (als in: 'de kost gaat voor de baat uit').
Het totale bedrag aan geld of andere middelen dat wordt gederfd of opgeofferd om iets aan te schaffen of om een bepaald doel te bereiken. In het dagelijks spraakgebruik worden de begrippen kosten en uitgaven door elkaar gebruikt, hetgeen enigszins verwarrend is.
Het verschil tussen kosten (Engels: costs) en uitgaven (Engels: expenses) is dat wanneer het voordeel van de opgegeven middelen in de toekomst kan worden gerealiseerd, we ze als kosten beschouwen. Er wordt ook wel gezegd: kosten zijn opofferingen van productiemiddelen die bij de productie gebruikt worden. Uitgaven zijn de daadwerkelijke betalingen. Op het moment dat gebruikte middelen geen toekomstig potentieel of voordeel hebben, noemen we ze 'uitgaven' of een 'kostenpost'. Zo zijn afschrijvingen op productiemiddelen kosten en geen uitgaven. Kosten zijn dus niet hetzelfde als uitgaven.
Engels: cost(s).
Zie ook: kostensoort, kostenplaats, directe kosten, indirecte kosten, total cost of ownership. Vergelijk: onkosten, uitgaven, out-of-pocket kosten, investering.
Tip anderen
|