'Douceur' is leenwoord uit het Frans en betekent letterlijk 'zoetheid', en in figuurlijke zin 'iets zoets, iets lekkers, iets prettigs'. In het Nederlands heeft het woord doceur meestal een financiële bijbetekenis en wordt het vrijwel altijd in de verkleinvorm gebruikt: douceurtje. Een douceurtje is in financiële zin een bedrag, geldsom, tegemoetkoming, vergoeding, geschenk of schnabbel.
Voorbeeld
- 'Hoge uitkeringen aan aandeelhouders van banken zijn al geruime tijd een doorn in het oog van Nederlandse politici en toezichthouders. De minister van Financiën riep banken dit voorjaar op hun risicobuffers te verhogen, DNB-president Klaas Knot vroeg banken afgelopen juni nog om hun hoge winsten in te zetten voor additionele voorzieningen. Douceurtjes voor aandeelhouders komen wat hen betreft op het tweede plan.'
Bron: FD - 09-09-2024.
- '"Werkgevers krijgen helemaal geen douceurtje" - FNV-voorzitter Agnes Jongerius vergist zich als zij zegt dat werkgevers een douceurtje krijgen van bijna 1 miljard euro. Dat stellen de werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland vandaag. Jongerius vindt dat werkgevers er in de Miljoenennota veel te goed vanaf komen, terwijl posten als de sociale werkvoorziening, kinderopvang en inburgering met de rekening van de crisis worden opgezadeld.'
Bron: Ad.nl - 24-09-2010.
Zie ook: geld, zakcentje, tegemoetkoming, spekken, subsidiekraan, dividend, superdividend, lastenverlichting. Vergelijk: informele kapitaalstorting, emolumenten.
Tip anderen
|