Ook: credit card. Nederlands: kredietkaart. In Vlaanderen wordt het Nederlandse woord gebruikt, in Nederland meestal het Engelstalige begrip.
Betaalkaart waarmee aankopen kunnen worden gedaan waarbij de gebruiker achteraf moet betalen; dit in tegenstelling tot andere betaalkaarten, zoals de debitcard.
Bij gebruik van een creditcard wordt er eigenlijk direct een persoonlijke lening verstrekt. De houder heeft toegang tot een bepaalde bestedingsruimte of kredietlimiet - het maximale bedrag dat in een bepaalde periode (meestal een maand) mag worden besteed - voor aankopen of geldopnames bij bedrijven die de creditcard accepteren. Die bestedingsruimte wordt niet bepaald door een actueel saldo op een bankrekening, maar wordt bij uitgifte vastgesteld door de creditcarduitgevende instelling (in de meeste gevallen is dit een bank).
Belangrijk kenmerk voor de kaarthouder is dat de kaartuitgever de transacties pas incasseert na afloop van de periode waarvoor de bestedingsruimte is vastgesteld. Periodiek (meestal 1x per maand) wordt het in de voorgaande periode verbruikte krediet verrekend op de verbonden bankrekening.
De creditcard vermeldt niet een gewoon bankrekeningnummer maar een eigen 15- of 16-cijferig creditcardnummer.
De bekendste creditcards worden uitgegeven door Visa, Mastercard en American Express, meestal in samenwerking met een grote bank.
Tegenwoordig is een creditcard vaak onderdeel van aan de betaalrekening gekoppelde totaalpakketten van banken. De kaart heeft dan ook het beeldmerk van de bank. Er wordt ook wel over 'bankcards' gesproken.
Engels: credit card.
Zie ook: krediet, lening, betaalkaart, EMV, EMV-pas, chargeback, creditcardfraude, creditcard crunch, biometrische betaalkaart, cvc-code, tweefactorauthenticatie, 3D Secure-betaling, hologram, carding, plastic bonds, teaser rate, max out, krediethistorie, kredietlimiet, kredietopening, kredietruimte, kredietwaardigheid, FICO-score, schuldenval. Vergelijk: debitcard.
Tip anderen
|