Ook: sluipkrach, salamicrash.
Aanduiding voor een beurssituatie waarbij de koersen niet kort en heftig dalen (een 'gewone' crash) maar gedurende een langere periode een geleidelijk neergaande trend tonen waarbij tenslotte een aanzienlijke koersdaling resteert.
Bekend voorbeeld is de koersdaling in de jaren 2001-2003 waarin de AEX index uiteindelijk een neergang van ongeveer 70% liet zien.
Voorbeeld
'Sluipkrach obligatiemarkt blijft rentes kapitaalmarkt opstuwen - Strateeg Mohammed Apabhai van Citigroup wond er donderdag geen doekjes om in de ochtenduitzending van Bloomberg. ‘De koersen van langlopende obligaties zijn met iets van 50% gedaald sinds centrale banken de rente gingen verhogen.’ De tot dusver onderkoelde reacties hierop waren volgens hem veel heftiger geweest als de aandelenbeurzen met de helft onderuit waren gegaan. Met andere woorden: op de obligatiemarkt is er een krach aan de gang. Alleen heeft de buitenwacht het niet door.'
Bron: FD - 19-10-2023.
Zie ook: beursstemming, flauw, mineur, in de min, afbrokkelend, irrationeel pessimisme. Tegenovergesteld: sluiprally. Vergelijk: sluipoverval.
Tip anderen
|