De periode die noodzakelijk is om de portefeuille te liquideren of te neutraliseren (volledig 1 op 1 alle aandelenfondsen, opties, cashflow met dezelfde debiteurenkwaliteit enzovoort tegen elkaar gezet).
De periode kan per productsoort sterk verschillen. Dit is onder andere afhankelijk van de liquiditeit van de markt, het volume waarin positie is genomen en de beslissingsstructuur.
Dit laatste heeft betrekking op de afstand tussen het management en de uitvoerende afdelingen (dealing room, beursvloer) en het gevoerde beleid met betrekking tot handelsposities. In geval van handelsportefeuilles zal het verantwoordelijke management veelal direct bij de front-office aanwezig zijn, en kunnen bij bepaalde ongunstige informatie uit de markt direct acties worden ondernomen.
In geval van beleggingsportefeuilles waarbij bepaalde intervallen voor handelen zijn afgegeven door bijvoorbeeld een orgaan als het Asset & Liability Committee (vergaderfrequentie veelal 1 tot 4 keer per maand) zullen beslissingen minder frequent genomen kunnen worden en mag verondersteld worden dat de time-to-close position aanzienlijk langer is dan bijvoorbeeld één dag, die vaak voor (liquide) handelsportefeuilles wordt aangehouden.
De kleinste 'time to close position'-periode bedraagt één dag (end-of-day tot end-of-day + 1).
Zie ook: overnight risico.
Tip anderen
|