- Het aan een verzekeraar periodiek te betalen bedrag als tegenprestatie voor het door deze te lopen risico bij een afgesloten verzekering.
- De periodieke betaling aan een pensioenfonds voor de opbouw van het pensioen, de pensioenpremie.
- Beloning, buitengewone toelage. Bijvoorbeeld een slooppremie of een ontslagpremie.
- Een extra toeslag (bijvoorbeeld als in risicopremie) of waarde-opslag.
Voorbeeld
'Bpost is bereid om 2,825 euro cash per aandeel PostNL te betalen, plus 0,1202 aandelen Bpost per aandeel PostNL. Dat komt neer op 5,65 euro per aandeel of een premie van 31,6 procent tegenover de laatste koers van PostNL vóór het perslek van 1 november. Alles samen goed voor 2,50 miljard euro.'
Bron: Standaard.be - 08-11-2016.
- Bij opties: de koers of prijs van de optie (optiepremie). Bij beursgenoteerde opties wordt de prijs uitgedrukt als geldbedrag per noteringseenheid ('pricing unit'). Bij OTC-opties kunnen ook andere eenheden gebruikt worden (bijvoorbeeld: een percentage van de hoofdsom, een percentage van de uitoefenprijs).
- Jargon in de Nederlandstalige optieprofessie: in kringen van de beroepshandel, wordt met 'premie' vaak alleen het bestanddeel tijd-verwachtingswaarde bedoeld.
- Bij warrants: de prijs van een aandeel bij uitoefening (= uitoefenprijs [X] plus de warrant-prijs per aandeel), verminderd met de huidige aandelenkoers [S]; dit verschil wordt uitgedrukt als een percentage van de aandelenkoers.
- De prijs van een premie-affaire (voorloper van de hedendaagse optie).
Zie verder: premie-affaire..
- Het geldbedrag dat na loting (de 'prijs' die) wordt uitgekeerd aan de houder van een premieobligatie.
Tip anderen
|