Het jubeljaar is een gebod in de wet van Mozes betreffende beheer en eigendom van land in het Land van Israël (Leviticus 25:8-55). Het jubeljaar werd eens in de vijftig jaar gevierd. In het jubeljaar werden slaven en gevangenen vrijgelaten, schulden kwijtgescholden en land aan de rechtmatige eigenaar teruggegeven.
Volgens de Bijbel zou het jubeljaar iedere vijftigste jaar plaatsvinden, na zeven sabbatjaren (periode van zeven jaar). Na 7×7 sabbatsjaren komt in het vijftigste jaar het jubelbaar. Dit jaar zou gekarakteriseerd worden door vergeving van schulden, de terugkeer van land aan de oorspronkelijke eigenaars en de vrijheid voor slaven. Het was een tijd van vernieuwing en herstel van sociale verhoudingen, bedoeld om de ongelijkheid die door de jaren heen was ontstaan, te corrigeren. Het was een manier om de economische cyclus van landerijen en bezittingen opnieuw in balans te brengen en om ervoor te zorgen dat mensen niet in permanente armoede of slavernij terechtkwamen.
Voorbeeld
'Het ontstaan van muntgeld ging samen met het religieuze verbod op rente dat in de nieuwe orde gold (Homer, 1963). Dat verbod was een reactie op de grootschalige uitbuiting en financiële slavernij die zich ontvouwde in de dynastieën van het tweede millennium voor Christus (Hudson, 2018). Die dynastieën kenden ooit een traditie van jubeljaren, waarin periodiek schulden werden vergeven, bedoeld om ook in een wereld met vaste rente en pacht, paal en perk te stellen aan financiële uitbuiting. Die praktijk van schuldkwijtschelding raakte echter steeds meer in onbruik. De resulterende uitbuiting en slavernij werd door de nieuwe orde tegengegaan met een verbod op rente.'
Bron: ESB - 22-04-2025.
Zie ook: renteverbod, kwijting, schuldverlichting, debt jubilee. Vergelijk: verjubelen.
|