Het onbenut arbeidspotentieel bestaat uit:
- personen zonder betaald werk. Die groep bestaat uit de werklozen (personen die recent naar werk hebben gezocht én hiervoor op korte termijn beschikbaar zijn) en de potentieel additionele beroepsbevolking (personen die recent naar werk hebben gezocht maar hiervoor niet op korte termijn beschikbaar zijn, of andersom: personen die op korte termijn beschikbaar zijn voor werk maar hiernaar niet recent hebben gezocht).
- personen met betaald werk: onderbenutte deeltijdwerkers, oftewel personen die in deeltijd werken en meer willen gaan werken en hiervoor op korte termijn beschikbaar zijn.
Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Voorbeeld
- 'In het vierde kwartaal van 2023 gaven werkloze jongeren aan dat ze gemiddeld ruim 18 uur per week wilden werken. Bij semiwerklozen was dit met ruim 15 uur wat lager. Dit komt neer op een onbenut arbeidspotentieel van respectievelijk 63 duizend en 36 duizend vte’s bij een werkweek van 40 uur.'
Bron: CBS - 21-03-2024.
- 'Het totale onbenutte arbeidspotentieel in Nederland is vorig jaar met 97.000 mensen gestegen tot 1,1 miljoen, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) woensdag. In dit cijfer zijn behalve werklozen ook semiwerklozen en deeltijdwerkers die meer uren willen maken meegerekend. Het onbenutte arbeidspotentieel biedt een wat breder beeld van het percentage van de beroepsbevolking dat meer wil en kan werken dan het werkloosheidscijfer. In dat laatste percentage worden volgens internationale richtlijnen alleen mensen meegerekend die recent naar werk hebben gezocht én direct aan de slag kunnen.'
Bron: Nu.nl - 26-05-2021.
Zie ook: arbeidsmarkt, werkloosheid, verborgen werkloosheid, arbeidsproductiviteit.
Tip anderen
|