beursjargon |
| Vaktaal die wordt gebruikt op beurzen en financiële markten door beurshandelaren en andere professionele partijen.
Voorbeelden: aan de markt hebben, aan jou, aanlappen, aftikken, agent, beursjargon, boom, doorhalen, flippen, hit, hitten, in de wind gaan, inleveren, krant, lap, liften, lollipop, luchtzak, lui, middenprik, ninja loans, olies, rennies, scheef zitten, snaaiwinst, uithalen, uitzoeken, van jou, vast, wokkels, zeer flauw, zeer vast. Vergelijk: beursstemming, beursnieuws.
Tip anderen
| |