De tijdswaarde van geld houdt in dat geld dat in de toekomst wordt ontvangen, op dit moment een lagere waarde vertegenwoordigt (mits de rente groter is dan nul procent). Anders gezegd, de tijdswaarde van geld draait om het idee dat een gegeven hoeveelheid geld op dit moment van groter voordeel is en de moeite waard is dan dezelfde nominale hoeveelheid in de toekomst.
Dat heeft drie oorzaken:
- Met geld dat men nu heeft kan rente worden verdiend bij een normale rentecurve en met geld dat in de toekomst wordt ontvangen is dat niet het geval; er is dus sprake van rentederving tot aan het tijstip van de ontvangst van het geld.
- Het feit dat de koopkracht van het geld als gevolg van voortschrijdende inflatie (geldontwaarding) daalt en men met toekomstig geld minder kan kopen dan met geld waarover men nú al de beschikking heeft.
- Daarnaast is het zo dat bij een bedrag dat men in de toekomst verwacht te ontvangen (of is toegezegd) er altijd onzekerheid bestaat of wel het verwachte (of toegezegd) geld wel geheel of gedeeltelijk ontvangt; het is onzeker of de schuldenaar in gebreke blijft (debiteurenrisico).
Een direct gevolg van de tijdswaarde van geld is, dat bedragen die op verschillende tijdstippen beschikbaar komen, niet zonder meer bij elkaar kunnen worden opgeteld, van elkaar kunnen worden afgetrokken of zelfs niet met elkaar mogen worden vergeleken. Om bedragen wel met elkaar te kunnen vergelijken zullen ze gemeten moeten worden op hetzelfde tijdstip. Dat kan door de bedragen terug te rekenen naar een bepaalde datum, hetzij door de bedragen naar het heden terug te rekenen (berekening van de contante waarde), hetzij naar een toekomstig tijdstip (eindwaarde, toekomstige waarde).
Engels: time value of money.
Zie ook: kasstroom, peildatum, rente, normale rentecurve, normale rentecurve, rentederving, contant maken, contante waarde, spotkoers, toekomstige waarde, eindwaarde, termijnprijs, disconteren, disconteringsvoet, rekenrente, discounted cashflow methode, opportuniteitskosten, terugverdientijd.
Tip anderen
|