Honkbalterm: een slag waarbij de slagman alle vier de honken kan passeren en daarmee zelf een punt kan scoren.
In de financiële wereld een uitdrukking waar mee bedoeld wordt dat een investeerder bij verkoop het dubbele ontvangt van wat hij eerder bij de aankoop betaalde. Private equity-jargon voor een winst van 100% dus. Ook handelaarsjargon voor het in korte tijd realiseren van een extreem hoge winst als gevolg van een grote speculatieve koersbeweging.
Soms in het Nederlands geschreven als 'homerun'.
Voorbeeld
'De beursexit van TenCate leverde veel cynische commentaren op, van onder meer de Vereniging van Effectenbezitters (VEB) en bekende beleggers als Actiams Corné van Zeijl. In totaal telden drie private equityfirma’s (Gilde, ABN Amro Participaties en Parcom) €701,5 miljoen neer voor TenCate. .....Voor Gilde en zijn twee partners in crime lijkt TenCate inderdaad een home run -het Zuidas-jargon voor een verdubbeling van de inleg- te gaan worden.'
Bron: Telegraaf - 18-07-2019.
Zie ook: spekkoper, laaghangend fruit, easy money, quick buck, speculeren, volatiliteit.
Tip anderen
|