Nederland (2016): term uit de discussie over c.q. verkenning van een nieuw pensioenstelsel door de sociale partners in de Sociaal-Economische Raad (SER), waarbij gedacht wordt aan de variant opbouw van een persoonlijk pensioenvermogen (pensioenpotje) met collectieve risicodeling.
Die collectieve risicodeling wordt ook wel aangeduid als de 'collectieve buffer'.
Jongere deelnemers kunnen kiezen voor risicovollere beleggingen en oudere kunnen minder risicovol beleggen. Om de verschillen tussen die periodes te verdelen stelt de SER een buffer voor. In goede tijden wordt die buffer - 'een gezamenlijke reservepot van oud en jong' - aangevuld. Dan gaat een deel van de opbrengsten van beleggingen naar de reservepot in plaats van naar persoonlijke pensioenpotten.
Zijn de beleggingsrendementen laag, dan krijgen persoonlijke potjes iets uit de buffer. Een dergelijke buffer mag nooit negatief worden, want dan zouden tekorten worden doorgeschoven naar volgende generaties.
Zie ook: pensioenstelsel, pensioenpotje.
Tip anderen
|