Het deel / percentage van het nationaal inkomen dat dient als beloning voor de verschaffing van de productiefactor kapitaal. Eigenlijk geeft de kapitaalinkomensquote aan hoeveel van het nationaal inkomen toevalt aan de winsten van bedrijven.
De kapitaalinkomensquote is het compliment van de arbeidsinkomensquote. Een stijging van de arbeidsinkomensquote staat (nagenoeg) gelijk aan de daling van de kapitaalinkomensquote.
Voorbeeld
'Een van de aardigste cijfers uit de ramingen van het CPB van afgelopen vrijdag was de zogenaamde arbeidsinkomensquote (aiq). Die geeft, kort gezegd, weer hoeveel van het nationaal inkomen toevalt aan lonen. Wat er overblijft, de kapitaalinkomensquote, geeft aan hoeveel van het nationaal inkomen toevalt aan de winsten van bedrijven. De aiq kelderde van 79,2 procent in 2014 naar 76,6 procent dit jaar en stijgt in 2016 nauwelijks (76,7 procent). Dat is vrij laag: in de tien jaar tot en met 2014 was de aiq gemiddeld 78 procent. En sinds het Centraal Bureau voor de Statistiek in 1969 begon met tellen bedroeg het gemiddelde 79,3 procent. De geschiedenis van de aiq is in wezen óók de geschiedenis van de gestage overwinning van de factor kapitaal op die van de factor arbeid. Van winst op loon. Met name de langdurige loonmatiging, bedoeld om de concurrentiepositie van Nederland te verbeteren, heeft erin gehakt.'
Bron: column Maarten Schinkel, NRC.nl - 17-12-2015.
Zie ook: kapitaal, winst, concurrentiepositie, aandeelhouderskapitalisme, inclusief kapitalisme. Vergelijk: arbeidsinkomensquote.
Tip anderen
|