Ook: drug lobby. Term die wordt gebruikt om de allergrootste farmaceutische ondernemingen in de private sector aan te duiden die gezamenlijk goed zijn voor een biljoenenmarkt in medicijnen en medische diensten.
De term heeft vooral lading gekregen door wat genoemd wordt de Big Pharma conspiricy theory, een complottheorie die er van uitgaat dat deze de industrie (en alle belanghebbenden die daarmee verbonden zijn) een grote invloed uitoefenen om de eigen belangen (lees: winst) veilig te stellen, vaak ten koste van de consument.
Voorbeeld
- 'Is het een gewoonte in de sector van de receptvrije medicijnen dat een bedrijf vroeg of laat in handen van private equity komt? Niet echt, de grote eten eerder de kleinere op. Big pharma koopt receptvrije middelen om zijn aanbod in de apotheek op te krikken. Zoals Sanofi-Aventis dat Chattem kocht in de Verenigde Staten omwille van de shampoos tegen schilfertjes.'
Bron: NRC.nl - 27-05-2011.
- 'Hoe ‘Big Pharma’ via TTIP de Europese zorg kan ondermijnen. (......) Uit de data van het Centre for Responsive Politics, een non-profitorganisatie die geldstromen in de Amerikaanse politiek monitort, blijkt dat de farmasector met afstand de grootste uitgaven doet op het gebied van lobbyen. De Europese collega’s doen niet veel voor de Amerikaanse ‘Big Pharma’-lobby onder; de lobby-uitgaven in de EU bedragen zeker 40 miljoen euro per jaar en naar schatting waarschijnlijk nog veel meer. Het mag dus geen verrassing heten dat de farmaceutische industrie aan weerszijden van de Atlantische Oceaan kosten noch moeite spaart om haar wensen te laten opnemen in TTIP.'
Bron: Follow the Money - 08-07-2015.
Zie ook: farma, lobby, lobbycratie, patentenpool. Vergelijk: Big Four, Big Oil, Big Tech.
Tip anderen
|