Een handelaar of belegger die posities (bijvoorbeeld in effecten) opbouwt maar ze ook weer voor het einde van de handelsdag liquideert (de positie afbouwt) om te voorkomen dat 'overnight' koersrisico wordt gelopen (en hiervoor ook zekerheden - zoals margin - moeten worden verstrekt aan een financiële instelling of een clearinghuis).
Een daghandelaar probeert geld te verdienen aan koersschommelingen binnen één en dezelfde beursdag c.q. handelsdag en moet relatief grote posities innemen om van kleine koersverschillen te kunnen profiteren.
Engels: day trader, stag(jargon).
Zie ook: daghandel, arbitrageant, handelssignaal, rode vlag, trigger, beursnieuws, newstrading, stag, swing trader, noise trader, scalping, snap trade. Vergelijk: positiehandel.
Tip anderen
|