Percentage dat aangeeft welk deel van extra inkomen door consumenten voor consumptie zal worden gebruikt, hoeveel consumenten bij extra inkomen ook meer gaan consumeren.
Stijgt bijvoorbeeld door een stijging van het inkomen met 200 euro de consumptie met 140 euro, dan is de marginale consumptiequote gelijk aan 0,70 (= 140/200).
In dit voorbeeld wordt gesproken over het inkomen van één persoon, maar normaal wordt gekeken naar de marginale geneigdheid tot consumeren van een heel land, de nationale economie. In dat geval is de marginale consumptiequote de verhouding tussen een stijging van van de (nationale) consumptie en de stijging van het bruto binnenlands product (bbp).
De marginale consumptiequote en marginale spaarquote zijn - per definitie - samen gelijk aan 1.
Zie ook: consumptiequote, gemiddelde consumptiequote. Vergelijk: marginale spaarquote.
Tip anderen
|