Theorie die seizoenseffecten in beurskoersen (laag in de zomer, hoog in de rest van het jaar) probeert te verklaren.
In het laatste kwartaal nemen beleggers besluiten over de samenstelling van hun portefeuille voor het volgende jaar; zij zijn dan doorgaans te optimistisch. In het tweede kwartaal van het volgende jaar blijkt dat zij inderdaad te positief waren en en worden de portefeuilles weer aangepast.
Zie ook: gedragseconomie, seizoensinvloeden.
Tip anderen
|