De naam verwijst enerzijds naar de enorme macht die GS in de financiële wereld heeft en anderzijds naar de wijze waarop die macht volgens velen wordt uitgeoefend.
Er is ook veel kritiek op de rol die GS heeft gespeeld voorafgaand en tijdens de financiële crisis in 2007-2009 (zie bijvoorbeeld www.goldmansachs666.com: 666 is het getal van het beest uit het bijbelboek Johannes 13).
In de loop van april 2010 kwam Goldman opnieuw in opspraak door haar rol bij de plaatsing van een beleggingsproduct in subprime-hypotheken; de investment bank zou er van op de hoogte zijn geweest dat de onderliggende portefeuille werd samengesteld door een hedgefonds dat juist op een ineenstorting van de huizenmarkt in de VS speculeerde.
Met andere woorden: het fonds zou zijn opgezet om te mislukken, hetgeen ook gebeurde en grote verliezen bij beleggers in het desbetreffende fonds (Abacus) en de banken die het kredietrisico verzekerden tot gevolg had.
Begin 2011 nam Goldman een niet onaanzienlijk belang in Facebook; uitgaande van de transactieprijs kon een waarde van Facebook van onveer $ 50 miljard worden berekend, veel hoger dan eerder werd aangenomen. Tevens werd bekend dat de bank de introductie van deze aandelen op de beurs zou gaan verzorgen. Algemeen werd de handelwijze veroordeeld; er zou sprake zijn van tegengestelde belangen. In ieder geval wekte de transactie de schijn dat Goldman de eigen aandelen bij de introductie met grote winst zou gaan verkopen.
Medio maart 2012 werden sfeer en instelling bij GS door het hoofd van de Europese derivatenafdeling in een ingezonden brief in The New York Times scherp veroordeeld. Met name uitte hij kritiek op het gebrek aan aandacht voor het belang van klanten (die door een aantal medewerkers 'muppets' zouden zijn genoemd).