Een herziening uit 2007 van de sinds 1988 geldende regels uit het Bazelse Kapitaalakkoord (later Bazel I genoemd) met betrekking tot het toezicht op het kredietrisico van het bankwezen.
Een zwak punt in het oude Bazelse Kapitaalakkoord was de weging van de leningen en het feitelijk gelopen risico; voor een lening aan een uiterst kredietwaardige multinational moest even veel kapitaal opzij gezet worden als voor een lening aan een insolvabel bedrijf.
Een herziening van van Bazel I moest hierin verandering brengen; men wilde nauwer aansluiten bij het feitelijk risico (meer nauwkeurige berekening van de minimale kapitaalseisen), de indeling in risicoklassen verder verfijnen, een beter risicogericht toezicht, beter risicomanagement en het versterken van de marktdiscipline door middel van een vergrote transparantie van onder toezicht staande instellingen.
Het akkoord stimuleerde de banken om verfijndere methoden te hanteren om hun risico’s in kaart te brengen en te houden, zodat de bank een beter zicht kon krijgen op de individuele risico’s van zijn klanten, waaronder het bedrijfsleven.
In september 2010 werd (mede naar aanleiding van de kredietcrisis) een akkoord bereikt over nieuwe regels, Bazel III.
Zie ook: kapitaalakkoorden van Bazel, kapitaaleis, solvabiliteitseis, kapitaalbuffer, risicobeheer. Vergelijk: Bazel I, Bazel III, Bazel IV.
Tip anderen
|