Alhoewel de indeling in categorieën enigszins subjectief is, kunnen de volgende risicoklassen worden onderscheiden:
- Aggregatierisico (interconnectierisico). Het gevolg van het feit dat financiële (afgeleide) producten vaak op meer dan één markt of product betrekking hebben. Deze complexe interactie tussen markten en producten roept vragen op over de risico's voor het financiële systeem als geheel.
- Juridisch risico. De praktijk is dat het juridisch documenteren van (OTC-)transacties vaak achter de handel aanholt. Er ontstaan problemen als: onder wiens jurisdictie vallen grensoverschrijdende transacties?; wat gebeurt er als een der partijen bankroet gaat?; is 'netting' van verplichtingen mogelijk?
- Liquiditeitsrisico. Theoretische vervangingswaarde is van weinig nut als een markt 'opdroogt', niet liquide genoeg meer is om posities tegen te sluiten.
- Marktrisico. Net als ander financiële instrumenten hebben we bij derivaten te maken met het risico van marktbewegingen, dat weer onderscheiden kan worden in allerlei componenten, zoals koers-, volatility-, rente-, tijds- en dividendrisico. Ook technische factoren spelen een rol, zoals het bereiken van positie- en kredietlimieten, fiscale constructies en dergelijke.
- Operationeel risico. Hier gaat het met name om de vraag of een financiële instelling genoeg technologie, kennis, geschoolde en ervaren medewerkers in huis heeft om complexe producten zoals derivaten te kunnen beheren.
- Settlement-risico. Het risico van het niet synchroon lopen van betalingen.
- Tegenpartij-/kredietrisico. Kredietrisico bij derivaten wordt bij voorkeur niet gemeten in de hoeveelheid nominale waarde van een contract, maar in termen van de kosten die nodig zijn om het contract te vervangen ('replacement costs') in het geval dat de tegenpartij 'onderuit' gaat.
Zie ook: aggregatierisico, juridisch risico, liquiditeitsrisico, verhandelbaarheidsrisico, settlementrisico, operationeel risico, tegenpartijrisico, kredietrisico.
Tip anderen
|