De lokale of landelijke economie voor zover die beïnvloed wordt door het volksfeest carnaval.
Term gemunt door journalist Peter de Waard (Volkskrant, 12 februari 2025, 'Is carnavalseconomie een lust of een last?').
Thomas Grosfeld en Charles Kalshoven deden onderzoek naar het economische effect van carnaval. Zij publiceerden in februari 2025 in economenvakblad ESB een uitgebreide maatschappelijke kosten-batenanalyse van het carnaval in (Nederlands) Brabant en Limburg ('Carnaval brengt knaken en katers').
Voorbeeld
'Economisch effect van carnaval: ‘de meter slaat positief uit’ - Carnaval levert meer geld op dan dat het kost, blijkt uit onderzoek van economenblad ESB. Thomas Grosfeld en Charles Kalshoven deden onderzoek naar het economische effect van carnaval. Hierbij keken zij naar de omzet van kroegen, maar ook naar de negatieve effecten op de economie zoals werkverzuim. ‘Het gaat echt om serieus geld’, zegt Kalshoven. ... Volgens het onderzoek geeft de gemiddelde carnavalsvierder in vier dagen 900 euro uit. 'Allemaal bij elkaar gaat dat om 1,4 miljard euro, zegt Kalshoven. Ook zijn de kosten van carnaval in het onderzoek berekend. Het gaat dan om ziekteverzuim, kosten van hulpverleners, schoonmaak en politie-inzet. 'Allemaal bij elkaar opgeteld gaat dat om een uitgave van 800 miljoen', zegt hij. Het verschil is 600 miljoen, wat betekent dat carnaval meer oplevert dan dat het kost.'
Bron: BNR - 01-03-2025.
Zie ook: maatschappelijke kosten, maatschappelijke kosten-batenanalyse. Vergelijk: laatste-ronde-effect.
Tip anderen
|