Letterlijk: Grote Obligatie Bloedbad.
Jargon, bijnaam voor de obligatiemarktcrisis van 1994. Er was toen sprake van een plotselinge daling van de obligatiemarktkoersen in de ontwikkelde wereld. De crisis begon in Japan en de Verenigde Staten en verspreidde zich over de rest van de wereld. Na de recessie van het begin van de jaren negentig gingen historisch lage rentetarieven in veel geïndustrialiseerde landen vooraf aan een onverwacht volatiel jaar voor obligatiebeleggers en beleggers in hypotheekschulden. In 1994 leidde een stijging van de rentevoeten en een relatief snelle verspreiding van de volatiliteit van de obligatiemarkten over internationale grenzen tot een massale uitverkoop van obligaties en schuldfondsen, omdat de rendement op obligaties (met name voor langere looptijden) boven verwachting stegen.
Voorbeeld
'Vraag een oude obligatiebelegger over 1994 en het wordt hem wit om de neus. Grote kans dat dit over een kwart eeuw ook voor de huidige generatie geldt, maar dan nog een slag erger. Het jaar van de Great Bond Massacre is onttroond. Na een tamelijk rampzalig eerste kwartaal waarin de verkopen in een stroomversnelling raakten, zijn de verliezen sinds de piek van de markt begin vorig jaar tot ruim voorbij die in het obligatierampjaar opgelopen. De Global Agg, de benchmark voor wereldwijde obligaties, verloor dit jaar tot nu toe een ongekende 6,7% en staat inmiddels zo'n 12% in de min ten opzichte van het niveau vijftien maanden geleden. Volgens Lukas Daalder, investmentstrateeg bij BlackRock, is het 'met gemak' het grootste verlies dat ooit gerapporteerd is.'
Bron: FD - 05-04-2022.
Zie ook: crisis, obligatiemarkt. Vergelijk: Great Financial Crisis, Great Rotation.
Tip anderen
|