- Dagelijks spraakgebruik: een bepaald gedeelte van een groter geheel, een klein deel van iets.
Voorbeeld
'Consumentenvertrouwen een fractie hoger dan vorige maand - De stemming onder consumenten is in augustus een fractie verbeterd. Het consumentenvertrouwen komt uit op 26, tegen 25 in juli.'
Bron: ANP - 22-08-2017.
- Een gebroken getal, het breukdeel van een decimaal getal.
Engels: fraction.
Zie ook: breuk, fractie (van effect of koers), fractional share, depotfractiebewijs.
Tip anderen
|