Spreiding.
- Van een onderneming - Het door een bedrijf ontplooien van verschillende onsamenhangende activiteiten, waarbij product-marktcombinaties weining of geen binding met elkaar hebben. Van een zeer grote mate van diversificatie is sprake bij een conglomeraat
- Bij beleggen - Van diversificatie (ofwel spreiding) is sprake indien in een portefeuille veel long positie (of juist veel short posities) bevat met onderling lage correlaties.
Een voorbeeld van diversificatie is de aankoop in een beleggingsportefeuille van aandelen in verschillende sectoren en over verschillende landen, zodat de correlaties tussen de diverse fondsen beperkt zijn.
Een andere vorm van diversificatie is de spreiding tussen aandelen en vastrentende waarden (obligaties). Bijvoorbeeld 60% obligaties, 40% aandelen of 'fifty-fifty'. Het vastrentende deel van de portefeuille biedt vaste inkomsten en risicobeperking, de aandelen bieden opwaarts potentieel. De lage correlatie tussen de twee beleggingscategorieën draagt bij tot de risicovermindering van gemengde portefeuilles.
Een te grote diversificatie of spreiding zorgt voor verwatering van de portefeuille (een weinig uitgesproken beleggingsbeleid), een te kleine spreiding zorgt voor een grote risicocomponent.
Zie ook: risicospreiding, diversificatiepremie, diversificatiekorting, conglomeraat, conglomeraatskorting, portefeuilletheorie, basket option.
Tip anderen
|