Genoemd naar de Britse econoom Robert Giffen.
Een goed met een positieve prijselasticiteit: bij een stijgende prijs neemt de vraag toe en en bij een dalende prijs daalt ook de vraag.
Een Giffen-goed is een uitzondering; gewoonlijk is de prijselasticiteit negatief; het ging bij Giffen om keuzeproblemen bij 'gewone' levensbehoeften.
Hij gebruikte het voorbeeld van de aardappelprijs tijdens een hongersnood in het midden van de 19e eeuw in Ierland. Het eetpatroon van de zeer arme bevolking was afgestemd op een goede mix van aardappelen en duurder voedsel, zoals vlees. Bij een stijging van de aardappelprijs kon men dus minder vlees kopen, waardoor men ook minder voedingswaarde binnenkreeg. Het gevolg was (volgens Giffen) dat men meer duurdere aardappels ging kopen en minder vlees teneinde de totale voedingswaarde op peil te houden.
Zie ook: prijselasticiteit. Vergelijk: Veblen-goed.
Tip anderen
|