Regeling die een werknemer de mogelijkheid geeft om eerder dan de vastgelegde leeftijd (meestal 65 jaar) met pensioen te gaan.
De werknemer ontvangt een tijdelijke uitkering voorafgaand aan het pensioen, die eindigt bij ingang van de pensioengerechtigde leeftijd; deze uitkering wordt gefinancierd uit door betrokkene zelf opgebrachte pensioenpremies en daarmee gegenereerde beleggingsopbrengsten.