Koning Willem I besloot in 1814 om de toen (uit allerlei verschillende staatsleningen bestaande) schuld te saneren en om te zetten in inschrijvingen in een Grootboek der Nationale Schuld. Daarbij vervielen de oorspronkelijke leningsvoorwaarden: de nieuwe grootboeklening was eeuwigdurend en gaf een rente van 2,5%. Bij zo'n lage rente was het voor de Staat 200 jaar lang bijna steeds voordelig om de kosten van de administratie voor lief te nemen en de lage coupon uit te betalen. Er bestaan thans drie eeuwigdurende Grootboekleningen met coupons van respectievelijk 2,5%, 3% en 3,5%; elk heeft een eigen schuldregister. Het gaat hier om 'echte' eeuwigdurende leningen: er is geen mogelijkheid tot vervroegde aflossing opgenomen. De Staat tracht (via het Agentschap van de Generale Thesaurie) door middel van een (tijdelijke) inkoopregeling de omvang van deze leningen terug te brengen (zie hiervoor: http://www.dsta.nl/Onderwerpen/Grootboeken/Tijdelijke_inkoop_grootboekleningen).
Met name de 2,5% Grootboeklening geeft (door haar lange geschiedenis en het perpetuele karakter) een prachtig overzicht van het verloop van de rentestand in Nederland sinds 1814.
Omdat de lening niet aflosbaar is kan alleen een couponrendement berekend worden; door de lange looptijd is de koers daardoor erg gevoelig voor veranderingen in de rentestand. Bij een rentestand van 5% voor langlopende staatsleningen zal de koers ongeveer 50% bedragen, bij een rentestand van 2% ongeveer 125%.
Zie ook: grootboek, schuld, schuldregister, eeuwigdurende obligatie, war loan.
Tip anderen
|