Verschaffen, voorzien van. Fourneren wordt in het Nederlands vooral gebruikt in relatie tot geld, kapitaal of bijvoorbeeld aandelen.
Voorbeeld
'Het bonusplafond van twintig procent van het basissalaris geldt voor het hele bedrijf, niet voor individuele werknemers. Oftewel, hoe minder bonus je aan de onderknuppels uitkeert, hoe meer je [aan] de echt zware jongens kunt fourneren.'
Bron: Gezwel (Ewald Engelen), De Groene Amsterdammer - 06-07-2016.
Het woord is ontleend aan het Franse fournir, dat 'voorzien van, vullen' betekent.
Tip anderen
|