Vaak gebruikt in combinatie met woorden als banen en werkers.
De term komt uit het Engels: white collar (jobs, workers) en staat voor mensen met een kantoorbaan.
Vaak worden er ook hooggeplaatste ambtenaren, politici en managers mee bedoeld.
De naam verwijst vanzelfsprekend naar het 'uniform' van deze mensen: het witte overhemd.
Dit in tegenstelling tot blauwe boorden ('blue collars'): fabrieksarbeiders met (meestal blauwe) overalls.
In België spreekt men vaak van handarbeid (werk van blauwe boorden) en hoofdarbeid (werk van witte boorden).
Voorbeeld
'De economische en emotionele gevolgen van de coronacrisis kunnen sterk verschillen voor mensen – zelfs in het egalitaire Nederland. ‘De tegenstelling tussen witte en blauwe boorden tekent zich ook hier weer af.’
Bron: Parool.nl - 05-04-2020.
Zie ook: witteboordencriminaliteit, C-suite, suits, kenniswerk, loonslaaf, salaryman. Vergelijk: blauwe boorden, werkvloer, C-suite, suits.
Tip anderen
|