In België gebruikt begrip voor het pensioen dat aan het langstlevende gezinslid toekomt, een weduwen- of weduwnaarspensioen.
Volgens de huidige regelgeving wordt het overlevingspensioen toegekend aan de overlevende echtgenoot indien die ten minste 45 jaar is en minstens één jaar met de overleden werknemer gehuwd was op het ogenblik van het overlijden. Zowel op de leeftijdsvoorwaarde als op de duur van het huwelijk zijn uitzonderingen voorzien.
In 2014 wordt verandering van de wetgeving verwacht. Een huidig probleem is dat het overlevingspensioen te veel als een inactiviteitsval werkt, vooral voor vrouwen. Uit onderzoek is gebleken dat meer dan zeven op de tien vrouwen minder gaan werken of gewoonweg stoppen met werken nadat ze een overlevingspensioen ontvangen. Daardoor bouwen zij minder individuele pensioenrechten op voor later. Plan is nu de uitkering om te vormen van een permanente uitkering naar een overgangsuitkering, waardoor een financiële prikkel ontstaat om aan het werk te blijven of te gaan.
Zie ook: pensioen, nabestaandenpensioen.
Tip anderen
|