De praktijk om de oorspronkelijke looptijd van een wissel (vaak meerdere malen) te verlengen. Deze techniek werd in de eerste helft van de 18e eeuw steeds vaker toegepast, met alle risico's van dien.
'Ruiter' verwijst hier naar boodschappers en postkoetsen die op lange tochten regelmatig van paard moesten wisselen.