Ook: druppeleffect.
Het economisch verschijnsel c.q. de theorie dat lagere inkomensgroepen indirect profiteren van het toenemen van het vermogen van de hogere inkomensgroepen.
Dit fenomeen treedt op c.q. zou optreden bij economische groei (dus een stijging van het bruto nationaal product).
Het 'doorsijpeleffect' ('trickle down effect', 'drip down effect') zou daarmee een rol kunnen spelen in de bestrijding van armoede.
Dat zou dan als volgt werken: de rijken gaan meer verdienen en gaan meer geld uitgeven, hetgeen weer banen oplevert, waarvan uiteindelijk ook de armeren profiteren. Een toegenomen rijkdom in de bovenlaag zou dus doorsijpelen naar armeren, naar de bodem van de piramide.
Studies wijzen uit dat het vermeende 'doorsijpeleffect' van economische groei amper optreedt en ook ten koste kan gaan van andere zaken, zoals bijvoorbeeld het milieu. Een onderzoeksrapport van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) uit juni 2015 bevestigt nog eens "when the rich get richer, benefits do not trickle down." Het belang van het doorsijpeleffect wordt vooral beleden door neo-klassieke economen, door vrijemarktdenkers.
Voorbeeld
'Die mythe wil dat er, alleen door wat dan heet 'zuurstof' te geven aan de ondernemers en investeerders, en door hen toe te laten nog rijker te worden, vanzelf en automatisch een 'druppeleffect' naar beneden in de samenleving zal komen. Alleen wanneer de rijken rijker kunnen worden, zullen uiteindelijk de minder rijken en de armen daarvan profiteren, is het dogma, dat steeds opnieuw beleden wordt. Dat vermeende automatisme, zo blijkt nu uit de gegevens van de OESO, bestaat niet. Integendeel zelfs, in die landen waar de inkomenskloof en de ongelijkheid gegroeid is, blijkt dat een statistisch significante negatieve invloed op de economische groei te hebben gehad.'
Bron: DeMorgen.be - 09-12-2014.
Het begrip wordt ook gebruikt om aan te geven dat bijvoorbeeld een kwantitatieve verruiming van de Europese Centrale Bank (ECB) via het bankwezen zal doorsijpelen naar andere delen van de economie.
Engels: trickle down effect, drip down effect.
Zie ook: aanbodzijde-economie, trickle-down economics, multiplier, bruto nationaal product, inkomenskloof, beloningskloof, welvaartskloof, inkomensongelijkheid, armoede, superrijken, Reaganomics, One Percent, the haves and the have nots, Piketty, Thomas, trickle-down economics, Lorenz-curve, Gini-coëfficient, bodem van de piramide, Global Wealth Report. Vergelijk: Mattheuseffect.
Tip anderen
|